Project Description

Zaterdag 8 feb 2019

Alle geluiden zijn nu weggestorven. Volgens mij zijn de vleesklompen weg. Daarnet heb ik wat geurstoffen afgescheiden. Nog geen reactie gehad. Toen de vleesklomp me rond schemertijd met z’n tentakels uit mijn bos haalde, scheidde ik met een noodgang signaalstoffen af naar mijn maten. Te laat. De anderen schreeuwden, ik werd in iets stinkends gerold. Daarna was het urenlang schudden en schommelen. Af en toe viel een sprankje licht binnen. Opeens rolde ik opzij, tot ik stil kwam te liggen in gelig licht – de vleesklomp pakte me bij mijn steel, het voelde vies warm, ik gruwde, ik zweefde, viel toen recht omlaag, stootte mijn steel aan iets hards. Au. Het viel mee.

Ik stond rechtop. Eindelijk. Mijn bladeren konden weer hangen, mijn kop wees omhoog.  Het is wel warm hier. Niet fris. Ik hou van fris. De lust om te groeien komt terug, maar ik hou me nog gedeisd tot het gaat regenen. Er waren de hele tijd vleesklompen hier. Ze zwierven langs, kwamen dichtbij, ik voelde hun hete adem. Er begon iets te schetteren. Veel kabaal. Nare trillingen en flikkeringen. Echt onaangenaam. Ook dat hield opeens op. De vleesklompen bewogen, het was opeens pikkedonker. Volgens mij zijn ze nu weg.

Zondag 9 feb

Al uren enorme dorst. Word slapper en slapper. Nog geen antwoord ontvangen op mijn geursignalen. Begin te vermoeden dat ik de enige ben hier. Opeens een hoop herrie en daarna een helder licht. Weer zo’n rondscharrelende vleesklomp. Mijn knop wijst naar de grond. Mijn steel rust op de rand van de vaas. Als hij knakt ben ik er geweest. Ik schiet mijn laatste alarmkogels de ruimte in richting de kosmos: water, snel.

Maandag 10 feb

De hoop op regen heb ik opgegeven. Mijn kogels zijn op en kairomonen uitzenden lukt niet meer. Het heeft trouwens geen zin, er is nog geen enkele reactie gekomen. Ik ben hier echt helemaal alleen. Zelfs de kosmos reageert niet.

Dinsdag 11 feb

Vanmorgen ben ik even ‘out’ gegaan en gelukkig is de automatische oprichter aangesprongen. Joepie! Mijn krachten keren terug. Mijn knop is aan zijn klim begonnen, is halverwege nu.

Woensdag 12 feb

Sinds vijf uur sta ik rechtop, kaarsrecht! Mijn bloembladeren kleuren roder en roder. Geler en geler. Nog even en ik ben op mijn spetterende hoogtepunt. Het leven is fun-fucking-tastic. The sky is the limit! Geurstoffenbommen afgeschoten, in alle richtingen. Laat de bijen maar komen. Als de vleesklompen dichtbij komen, stuw ik agressie-feromonen naar mijn bloembladeren, zodat ze op drakenkoppen lijken. Het werkt. Ze hebben me niet meer aangeraakt.

Donderdag 13 feb

Bijen, waar blijven jullie? Kom asjeblieft snel, mijn bloemblad begint al te rimpelen. Mijn stuifmeel is overrijp en mijn stamper stulpt uit. Mijn geurstoffen zijn over hun hoogtepunt. Dit hou ik geen dag meer vol zo…

Vrijdag 14 feb

Het is voorbij. Ik stink. Ik zal nooit vrucht dragen. Ik voel me hol, vaal, kaal. Waarom moest mij dit overkomen?

Ó Nynke Feenstra, februari 2019