Project Description

Nu het koeler is, schoot ik pas tegen tienen in mijn hardloopplunje. Bij de sloot liep een reiger, twee kikkerpoten staken uit zijn lange snavel. Even hielden ze stil, daarna begonnen ze hevig zwembewegingen te maken, het was de schoolslag. Ik besloot me er niet mee te bemoeien, ik was tenslotte aan het joggen. De vogel richtte zijn puntige snavel op de wolken en liet het tegenstribbelende beest naar binnen glijden. Met zo’n snavel je prooi verorberen leek me erg moeilijk. Het deed me denken aan eten met stokjes. En dan blijft het gewokte stukje kip niet rustig liggen op je bord, maar probeert er vandoor te gaan. Ik passeerde een klaphekje. Dwars op het duinpad stond een zwarte Schotse Hooglander. Het dier zag er loom uit, alleen, die puntige horens, ik sloeg snel een ander pad in. Een krokodil ligt tenslotte ook doodstil als een boomstam in het water voordat hij toeslaat en je met zijn scherpe tanden doormidden bijt. Ik zwoegde tegen een duin op en zag de zee. Bij de strandopgang was een gele bulldozer zand aan het wegscheppen. Ik rende erheen. Als ik nu een hartaanval krijg, dan kan de bulldozer mij opscheppen en met een noodvaart naar het ziekenhuis rijden. In het Volkskrantmagazine had ik namelijk gelezen over een nieuw type hartaanval bij vrouwen. Dan was er geen kransslagader verstopt, nee, hij scheurde. De klachten waarmee vrouwen bij de dokter komen, zijn heel anders dan die van mannen. Je hebt geen pijn op de borst die uitstraalt naar je linkerarm, nee, de pijn zit eerder in de rug en je hebt steeds het gevoel dat je BH-bandje te strak zit. Dat had ik vaak, het gevoel dat mijn BH-bandje te strak zit, dus daarom hield ik er rekening mee dat ik een hartaanval kon krijgen. Stel dat het nu gebeurde! In gedachten zag ik mezelf al op een schep zand in zo’n reuzenschep hoog in de lucht over de Sportlaan naar het Rode Kruis Ziekenhuis vervoerd worden. Onlangs stond ik voor een stoplicht te wachten. Een moeder met twee kinderen stak over. Met haar linkerhand duwde ze een kinderwagen voort, onder de andere zat een peuter, die ze als een surfplank over de zebra veilig naar de overkant droeg. De peuter keek gelukzalig naar de boomkruinen, daken en wolken die boven haar voorbij schoven. Ze zag de wereld vanuit een heel ander perspectief en genoot daarvan. Hoe heerlijk moet het zijn om opgepakt te worden door iets of iemand die veel groter en sterker is dan jij en die je volledig vertrouwd? Dat zál ik in mijn leven niet meer meemaken. Tenzij ik de hoofdrol krijg in de film King Kong en een reusachtige gorilla mij op zijn handpalm zet. Maar die kans is net zo groot als dat ik nu zo’n vrouwelijke hartaanval krijg en vlak voor een bulldozer in elkaar zak. En toen holde ik alweer onze straat in.

© Nynke Feenstra, 31 augustus 2020, Den Haag