Project Description

Bovenop het duin aangekomen zag ik aan de horizon een stuk of zes cruiseschepen buiten de kust voor anker liggen. Ze lagen te wachten tot de mens het weer aandurft: met z’n duizenden in een drijvende stad zeven dagen en nachten over de baren varen. Vreemde kustplaatsen aandoen en die met z’n allen verkennen. Het strand lag leeg en diep voor mij. Het was laag water. Ik holde de strandopgang af. Een fluweelzacht windje streek over de haartjes op mijn onderarmen. Ik snoof de zeelucht op. En rook de uitlaatgassen van een witte bulldozer die met een geel zwaailicht op de cabine zand aan het egaliseren was. Langs de eblijn rende ik richting Scheveningen en zag in de verte het stilstaande reuzenrad op de pier. De vakantiegangers lagen nog in bed. Heerlijk hardloopweer, niet te warm, niet te koud, veel zuurstof in de lucht. Ik passeerde een groep zeemeeuwen die tot hun enkels in het water stonden. Jonge, oude, ze hielden me in de gaten, dribbelden wat stapjes opzij als ik te dichtbij kwam. Er lag weinig in het natte zand. Hier en daar een takje zeewier. Verder niks. Geen schelp, geen krabbetje, geen kwal. Mijn dochter had gisteren haar eerste practicum biologie. Over invasieve exoten. Zij gaat met een groepje medestudenten de hazewindmier bestuderen. Deze mier schijnt een van de honderd ergste invasieve soorten te zijn. Op een eiland ten zuiden van Java doden ze landkrabben en andere dieren die veel groter zijn dan zij. Ze nemen hun holen in. Het hele ecosysteem gaat door hazewindmieren naar de knoppen. Gelukkig zijn ze nog niet in Europa gesignaleerd. Mijn zus vertelde dat haar zoon en zijn vrienden een mierenboerderij als hobby hebben. Je kunt ze met bak en al op internet bestellen: de zwarte wegmier, de gele weidemier, de oogstmier, de reuzenmier, de groothoofdmier, de grauwzwarte renmier, de rode steekmier en de bladsnijdersmier. ‘Wat doen jullie als jullie het beu zijn, je mierenhobby? Gooien jullie die bak dan leeg in het bos?’ had mijn zus aan haar zoon gevraagd. Er was geen antwoord gekomen. Ik hoorde het gebrul van een tractor en keek op. Wéér een bulldozer die zand aan het verplaatsten was. Het hele strand zat vol bandensporen en het zand leek op bouwzand. Ik werd weer een beetje droevig van de mens en hoe hij zelfs het strand in een bouwput wist te veranderen. Ik was weer op een duinpad aangekomen en rook de oranje duindoornbesjes, die aan het gisten waren. Er lagen verdroogde keutels van een Schotse Hooglander in het zand. Eliza was here, schoot het door me heen, zo’n reclame op tv voor mooie vakantiehuizen. Zo had die wilde koe op zijn manier z’n handtekening achtergelaten. Bij het klaphek waren twee verse smileys in het zand getekend. De gepensioneerde tekenleraar ‘was here’, begreep ik. ‘Denk eraan: als je een smiley ziet, hij brengt geluk,’ had hij gezegd. En het was waar: wat had ik veel geluk. Misschien juist omdat ik tot de ergste invasieve exoten behoor op deze aarde. Via het paardenpad hobbelde ik naar huis.

© Nynke Feenstra, 4 september 2020, Den Haag