Project Description
De enige plek waar mijn schoonheid niemand in verleiding brengt, is de hoek bij het kwartelhok, achterin de tuin. Daar ben ik ongezien, zelfs voor de achterburen, sinds mijn man de schutting heeft verhoogd. Als hij naar zijn werk is, ga ik voor het hok in het gras zitten en zet het deurtje open. Alle vijf komen ze voorzichtig naar de opening, mij – dan weer met het ene, dan weer met andere kraaloogje – in de gaten houdend. Soms zie ik ze schuin omhoog kijken naar een vogel die hoog in de lucht overvliegt. Hannibal probeert altijd als eerste of hij weg kan, met een snelle armbeweging weet ik zijn vluchtweg te barricaderen. Ik hou ze een meelworm voor. Hannibal trekt hem normaalgesproken als eerste van tussen mijn duim en wijsvinger. Hij laat hem verderop in het hok vallen voor de hennetjes en maakt klokkende geluiden. Maar vandaag niet. Vandaag is Roza de brutaalste. Gisteren, toen mijn man thuis was, had ik vanuit de achterkamer geobserveerd hoe zij de andere kwartels opjaagde. Vooral Jasmina was het mikpunt, ze vluchtte zodra Roza in haar buurt kwam. Alleen Hannibal verdroeg ze om zich heen. Die liet zich de voorkeursbehandeling welgevallen. Maar nu lijkt hij ook bang voor haar. Ik blijf haar meelwormen geven tot ze genoeg heeft. Ze hebben al maanden niet gelegd. Ik hoop dat er vandaag of morgen een ei ligt, anders doet hij ze weg, zegt mijn man.
© Nynke Feenstra Den Haag, 24 mei 2019